Spaghetti
Waar je ook loopt, je moet ontzettend goed uitkijken. De beide veranda’s worden afgedekt met een ultra glad, en iets aflopend laagje cement, ter voorbereiding op de isolatielaag. (Het is zo perfect glad dat je bijna zin krijgt om met je vinger…. neeeee, die mannen doen zo hun best!) Buiten het huis ligt overal modder, cementresten, of andere zooi. Ook niet best voor sandaaltjes of je nieuwe sneakers. Dan in het huis zelf, daar struikel je over de kabels die overal liggen, hangen, en omheen krullen. Het is een soort Invasion of the Bodysnatchers (ken uw filmklassiekers), overal tentakels die je vast lijken te willen grijpen. Als je maar op je snuit gaat!
Smooth operators
Kijk hoe mooi, niks meer aan doen, zou je zeggen. Afsmeren, stoeltje, tafeltje, koffie en klaar. Maar het hele gebouw moet nog worden ingepakt! Het plafond wordt verlaagd, er komen spotjes in. Stekkerdozen in de buitenste kolommen (Je zal maar moeten opladen als je buiten zit, en je zit zo lekker, geen zin om op te staan en binnen een stopcontactdoos te zoeken? Of misschien dat iemand wat gras wil maaien?).
Grosso modo
Vloerverwarming. Warm en koud water. Afvoer. Aanvoer. Internet. Elektriciteit. Contactdozen. Dimmers. Zones. Alarminstallatie. Afzuiginstallatie. Zonnepanelen. Waterpomp. Batterij. Machines. Afzuigkap. Schakelaars. Voelers. Meterkasten. Schakelkasten. Een soort van gewoon mens (ik) zou er zenuwachtig van worden. De Opperbaas en zijn vrouw stappen voorzichtig door de verschillende ruimtes heen. Ze meten en sprayen met oranje op het plafond waar de lichtpunten allemaal moet komen. “Grosso modo, grosso modo! Later ga ik het finetunen!”, roept de chef steeds, terwijl hij wankelend op een extra hoge trapleer staat, zwetend, met een viltstift, een rolcentimeter en een spuitbus. “Tóch nog een heel klein stukje naar links”, roept de vrouw met een beginnende nekhernia van het omhoogkijken terug. Want zij heeft de tekening en de getallen en toch best een timmervrouwsoog vindt zij zelf. “Nee, andere links! Ja, maar dan komt het straks te dicht bij de gordijnen, en dat is niet mooi!” “Ja, maar dan moet ik die andere zes lichtpunten ook weer opschuiven, anders staat het niet meer in één lijn”, roept de architect vanuit zijn perfectie. En zo verpozen zij een middag, zwetend en vloekend, maar met een high five aan het eind. Want, nu je in je toekomstig huis loopt, kun je je het beste voorstellen waar de lichtpunten dan echt moeten komen.
En hierna komen de meesters van de kabels weer, die alle lijntjes aan elkaar knopen. En het moet helemaal kloppen, want hierna gaat er weer een laag leca en cement over alles heen, en dan is de hele spaghetti bedekt: niks meer aan te doen! Grosso modo.
Het wordt een echt huis!